Goedbedoelende amateurs

Uitstel van executie. 

Alleen het PAB wil nu al de stekker uit het noodlijdende ToBe trekken, omdat zij er net als de meeste andere deelnemende gemeenten geen muziek meer in ziet. Het recente verleden van ToBe is namelijk financieel desastreus verlopen, het management niet capabel gebleken en het herstelplan dat nu voorligt allesbehalve toekomstbestendig. En dan kun je wel stellen, zoals in Dordrecht en Papendrecht nu gebeurt, dat je de boel hebt dichtgeregeld door een motie dat er geen cent bij mag en dat we anders alsnog uittreden, maar dat is toch ziende blind. We weten immers nu al dat het meer gaat kosten. En dan kun je net zo goed nu al het faillissement aanvragen, dat is dan immers een stuk duidelijker naar alle betrokkenen.

Alhoewel het eigenlijk niet zozeer de vraag is of het dit jaar al meer gaat kosten: met nog maar een paar maanden voor de boeg zal openheid daarover zeker pas ruim na de jaarwisseling komen. De vraag is daarmee dus veeleer of de jaarlijkse subsidie, die nu omlaag is gebracht tot ruim anderhalve ton per jaar, niet zal worden overschreden. Zeker nu de wel uittredende gemeenten niet voetstoots van plan zijn meer te betalen dan de deal van ToBe waartegen ze ja hebben gezegd. Het gevolg laat zich raden: veel bestuurlijk en ambtelijk overleg, juridische procedures met uittredende gemeenten (er lopen er al enkele)  en met de medewerkers die hun B3-status (althans de daarmee opgebouwde rechten) willen behouden. Daardoor is sprake van meer kosten dan voorzien en minder reservevorming dan nodig om het herstelplan door te voeren. De vraag is daarmee dan weer opportuun of de B3-status wel kan en mag verdwijnen? De vraag is ook wie er dit en volgend jaar (in eerste instantie) voor de extra kosten mag opdraven? Zeker Dordrecht, maar vermoedelijk ook de andere twee overgebleven gemeenten Papendrecht en Ridderkerk.

We zullen zien wie er gelijk heeft. Als we de komende maanden tenminste voldoende inzicht en overzicht krijgen. 

Dat de verantwoording niet altijd op orde is blijkt bijv. het kostenplaatje van de kinderboerderij: voor de begrootte € 575.000 zijn weliswaar de gebouwen neergezet, maar is de financiering van de inrichting, de dieren, de grondwerkzaamheden en het nieuwe hekwerk (om maar een paar dingen te noemen) op geen enkele manier verklaard. En toch is ondoorzichtig de rekening hiervoor uit andere potjes betaald.

Terug naar de titel van deze blog. Wethouder Reuwer noemt Excelsior in het geheel van muziek- en cultuur in Papendrecht “goedbedoelende amateurs”. Dat zegt veel over hoe de wethouder tegen zaken aankijkt. 

Excelsior met profs in Frankrijk (foto Klaroen)

Als je tegen de trend in het ledental ziet groeien moet je wel onprofessioneel zijn. Als je ondanks de weinige financiële middelen en een krakkemikkig gebouw toch doorlopend positieve financiële cijfers kunt overleggen ben je natuurlijk absoluut niet professioneel genoeg. Als je ondanks de urgentie rond de huisvesting toch telkens weer oplossingen weet te vinden en na jaren nog steeds vertrouwen wil uitspreken in het overleg met de wethouder hierover moet je bijna wel van de pot gerukt zijn en dat kan nooit staan voor professionaliteit. En dat je ook succesvol internationaal concerten geeft, bijv. in het altijd kritische Frankrijk, dat… ach… Is toch leuk voor het kluppie, zo’n jaarlijks uitje.

Kennelijk moet je om door de wethouder als professionele club te worden aangemerkt eerst een paar jaar rode cijfers schrijven – wel substantiële bedragen graag – en daarover pas na enkele jaren openheid van zaken geven. Essentieel is ook de samenstelling van de subsidiëntenraad en de club die toezicht houdt: ze moeten notoire langslapers zijn of toch zeker te paaien zodat ze hun toezichthoudende rol niet naar behoren vervullen. En ondanks het feit dat je in de basis niet veel anders doet dan muziek- en cultuurlessen geven en deze coördineren binnen de muren van een zo duur mogelijk gebouw zorg je natuurlijk wel voor veel extra uitgaven voor pr en reclamefoldertjes. Het mooist zou zijn als je ondanks alle energie die je erin stopt ziet dat er steeds minder animo is voor wat je aanbiedt. “En dan, als je dit allemaal hebt gedaan”, zo hoor ik de wethouder nu al zeggen, “dan wordt het hoog tijd dat je bij de onderhandelingen over de huisvesting keihard professioneel op tafel slaat, eventueel vergezeld van enkele dreigementen. En dan ben ik bereid hierover ook daadwerkelijk naar jullie te luisteren.”

Als raadslid heb ik het privilege, maar ook de verplichting, mezelf en anderen spiegels voor te houden en soms ook hardop vragen te stellen. Zo vraag ik me af op wie de opmerking van de wethouder nu echt van toepassing is? Ik hoor de kinderen die muziekles krijgen ouderwets roepen: “wat je zegt ben je zelf!”